Jeremia 37:3

SVNochtans zond de koning Zedekia Juchal, den zoon van Selemja, en Sefanja, den zoon van Maaseja, den priester, tot den profeet Jeremia, om te zeggen: Bid toch voor ons tot den HEERE, onzen God!
WLCוַיִּשְׁלַח֩ הַמֶּ֨לֶךְ צִדְקִיָּ֜הוּ אֶת־יְהוּכַ֣ל בֶּן־שֶֽׁלֶמְיָ֗ה וְאֶת־צְפַנְיָ֤הוּ בֶן־מַֽעֲשֵׂיָה֙ הַכֹּהֵ֔ן אֶל־יִרְמְיָ֥הוּ הַנָּבִ֖יא לֵאמֹ֑ר הִתְפַּלֶּל־נָ֣א בַעֲדֵ֔נוּ אֶל־יְהוָ֖ה אֱלֹהֵֽינוּ׃
Trans.wayyišəlaḥ hammeleḵə ṣiḏəqîyâû ’eṯ-yəhûḵal ben-šeleməyâ wə’eṯ-ṣəfanəyâû ḇen-ma‘ăśêâ hakōhēn ’el-yirəməyâû hannāḇî’ lē’mōr hiṯəpallel-nā’ ḇa‘ăḏēnû ’el-JHWH ’ĕlōhênû:

Algemeen

Zie ook: Jeremia (profeet), Juchal, Priester, Zedekia, Zidkia

Aantekeningen

Nochtans zond de koning Zedekia Juchal, den zoon van Selemja, en Sefanja, den zoon van Maaseja, den priester, tot den profeet Jeremia, om te zeggen: Bid toch voor ons tot den HEERE, onzen God!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּשְׁלַח֩

Nochtans zond

הַ

-

מֶּ֨לֶךְ

de koning

צִדְקִיָּ֜הוּ

Zedekía

אֶת־

-

יְהוּכַ֣ל

Juchal

בֶּן־

den zoon

שֶֽׁלֶמְיָ֗ה

van Selémja

וְ

-

אֶת־

-

צְפַנְיָ֤הוּ

en Sefánja

בֶן־

den zoon

מַֽעֲשֵׂיָה֙

van Maäséja

הַ

-

כֹּהֵ֔ן

den priester

אֶל־

-

יִרְמְיָ֥הוּ

Jeremía

הַ

-

נָּבִ֖יא

tot den profeet

לֵ

-

אמֹ֑ר

om te zeggen

הִתְפַּלֶּל־

Bid

נָ֣א

-

בַעֲדֵ֔נוּ

-

אֶל־

-

יְהוָ֖ה

toch voor ons tot den HEERE

אֱלֹהֵֽינוּ

onzen God


Nochtans zond de koning Zedekia Juchal, den zoon van Selemja, en Sefanja, den zoon van Maaseja, den priester, tot den profeet Jeremia, om te zeggen: Bid toch voor ons tot den HEERE, onzen God!


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!