SV | Nochtans zond de koning Zedekia Juchal, den zoon van Selemja, en Sefanja, den zoon van Maaseja, den priester, tot den profeet Jeremia, om te zeggen: Bid toch voor ons tot den HEERE, onzen God! |
WLC | וַיִּשְׁלַח֩ הַמֶּ֨לֶךְ צִדְקִיָּ֜הוּ אֶת־יְהוּכַ֣ל בֶּן־שֶֽׁלֶמְיָ֗ה וְאֶת־צְפַנְיָ֤הוּ בֶן־מַֽעֲשֵׂיָה֙ הַכֹּהֵ֔ן אֶל־יִרְמְיָ֥הוּ הַנָּבִ֖יא לֵאמֹ֑ר הִתְפַּלֶּל־נָ֣א בַעֲדֵ֔נוּ אֶל־יְהוָ֖ה אֱלֹהֵֽינוּ׃ |
Trans. | wayyišəlaḥ hammeleḵə ṣiḏəqîyâû ’eṯ-yəhûḵal ben-šeleməyâ wə’eṯ-ṣəfanəyâû ḇen-ma‘ăśêâ hakōhēn ’el-yirəməyâû hannāḇî’ lē’mōr hiṯəpallel-nā’ ḇa‘ăḏēnû ’el-JHWH ’ĕlōhênû: |
Nochtans zond de koning Zedekia Juchal, den zoon van Selemja, en Sefanja, den zoon van Maaseja, den priester, tot den profeet Jeremia, om te zeggen: Bid toch voor ons tot den HEERE, onzen God!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Nochtans zond de koning Zedekia Juchal, den zoon van Selemja, en Sefanja, den zoon van Maaseja, den priester, tot den profeet Jeremia, om te zeggen: Bid toch voor ons tot den HEERE, onzen God!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!